Stel, je zit in de auto op weg naar Limburg. De afstand is 200 kilometer en de reistijd is 2 uur. Wat is je gemiddelde snelheid?
Hoe ben je daar achter gekomen?
Waarschijnlijk ben je er achter gekomen dat de gemiddelde snelheid 100km/h is.
Maar hoe ben je daar achter gekomen?
We hebben twee verschillende getallen; de afstand (200km) en de tijd (2 uur). Met deze getallen ben je op het antwoord 100 gekomen. Hoe ben je daar op gekomen?
Om het antwoord 100 te krijgen moet je 200 delen door 2. Bij welke grootheid hoort het getal 200? En bij welke het getal 2?
Kunnen we dit ook toepassen met andere getallen?
Een nieuw voorbeeld: Jan maakt een fietstocht van 72km. Hij is hier 4 uur mee bezig. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
Met welke gegevens berekenen we ook alweer het antwoord?
We delen de afstand door de tijd.
Conclusie: Om de gemiddelde snelheid uit te rekenen delen we de afstand door de tijd.
Einde van deze les. Scroll naar beneden en bekijk de volgende lessen of maak de quiz.
Stel, je zit in de auto op weg naar Limburg. De afstand is 200 kilometer en de reistijd is 2 uur. Wat is je gemiddelde snelheid? Daar gaan we in deze (mini)les achter komen.
Voorbeelden snelheid
Voorbeeldvragen waarin je de snelheid moet uitrekenen.